FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
16 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 februari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende de pensioenpremie voor de uitzendkrachten in de sector van bewakings- en/of toezichtsdiensten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen
die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende
de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet
op het verzoek van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken
of -diensten leveren; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten
en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen
collectieve arbeidsovereenkomst van 9 februari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid
en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende de pensioenpremie voor
de uitzendkrachten in de sector van bewakings- en/of toezichtsdiensten. Art. 2. De Minister
bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 16 december
2010. ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk
en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1)
Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van
15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de uitzendarbeid en
de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren Collectieve arbeidsovereenkomst
van 9 februari 2010 Pensioenpremie voor de uitzendkrachten in de sector van bewakings- en/of
toezichtsdiensten (Overeenkomst geregistreerd op 4 mei 2010 onder het nummer 99214/CO/322) Deze
collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van
16 juni 2009 betreffende de pensioenpremie voor de uitzendkrachten en beoogt de uitzendkrachten ter beschikking
gesteld van gebruikers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten
(PC 317), hierna "gebruiker" genoemd. Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van
toepassing op : a. de uitzendbureaus bedoeld bij artikel 7, 1° van de wet van 24 juli 1987
betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten
behoeve van gebruikers; b. de uitzendkrachten bedoeld bij artikel 7, 3°, van genoemde wet van
24 juli 1987, die door deze uitzendbureaus ter beschikking worden gesteld. Art. 2. In toepassing
van artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2009 betreffende de pensioenpremie voor
de uitzendkrachten, verbinden de uitzendbureaus zich er toe een pensioenpremie te betalen aan de uitzendkrachten
ter beschikking gesteld van een gebruiker. Art. 3. De pensioenpremie waarvan sprake in artikel
2 is een percentage van het brutoloon (aan 100 pct.) dat overeenkomt met de bijdrage betaald door de
gebruiker voor de financiering van een sectoraal systeem van aanvulling op het wettelijk pensioenstelsel,
vermenigvuldigd met de coëfficiënt vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2009 betreffende
de pensioenpremie voor de uitzendkrachten. De bijdrage betaald door de ondernemingen die ressorteren
onder het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten bedraagt 0,25 pct. De pensioenpremie
die door de uitzendbureaus wordt betaald aan de uitzendkrachten arbeiders is dus gelijk aan 0,16 pct.
van het brutoloon (aan 100 pct.), hetzij 0,25 x 0,6603. De pensioenpremie die door de uitzendbureaus
wordt betaald aan de uitzendkrachten bedienden is gelijk aan 0,17 pct. van het brutoloon (aan 100 pct.),
hetzij 0,25 x 0,6841. Art. 4. De uitzendbureaus verbinden er zich toe aan de uitzendkrachten
die ter beschikking worden gesteld van een gebruiker de pensioenpremie vermeld in artikel 3 te betalen
op de brutolonen verschuldigd vanaf 1 maart 2010. Art. 5. Deze collectieve arbeidsovereenkomst
treedt in werking op 1 maart 2010. Zij wordt gesloten voor een bepaalde duur en verstrijkt op 30 juni
2010. Zij kan, mits een opzeggingstermijn van drie maanden wordt in acht genomen, door elk van
de partijen worden opgezegd met een aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair
Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren. Gezien
om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 december 2010. De Vice-Eerste Minister
en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET